vrijdag 15 oktober 2010

Onvoorzichtige Fransen, dronken Libiërs

Soms kom je zo van die verhalen tegen die je graag zou onthouden en doorvertellen aan zo veel mogelijk mensen, gewoon omdat ze té cool en/of ongelooflijk zijn om zomaar te laten verdwijnen in de grote Wikipedia-massa - want wat is Wikipedia méér dan een verzamelplaats voor interessante, doch onbelangrijke weetjes? Net daarom wil ik hier af en toe eens een waargebeurd (of toch 'mogelijkgebeurd') verhaaltje neerschrijven, zo heb ik tenminste een soort van overzicht.

Vandaag presenteer ik u het verhaal rond de boom van Ténéré, een boom in het noordoosten van Niger, in het midden van de woestijn. Een extreem hete en droge woestijn, waar boomgroei in principe onmogelijk is, behalve dus voor die ene acacia in het kurkdroge Sahara-zand. Zelfs atheïsten zouden het een wonder kunnen noemen.
Nee, echt, stel het je even voor. In een straal van honderden kilometers is er geen begroeiing, en daar staat dan één boom, één eenzame boom. In het midden van een woestijn. Over dramatiek gesproken...
Eind jaren '30 ontdekte het Franse leger (waar hielden die mannen zich eigenlijk mee bezig?) dat de boom zijn water haalde uit een ondergrondse bron op zo'n 33 meter diepte, en tijdens die ontdekking werd de stam beschadigd door een ongelukkig manoeuvre van een vrachtwagen. Onvoorzichtige sukkels.
Goed, laten we niet te hard van stapel lopen: het is niet echt zéker dat de Fransen de boom hebben beschadigd, want Michel Lesourd, commandant van de Service Central des Affaires Sahariennes, had in 1939 nog een foto gemaakt van de onbeschadigde boom. Het is pas twintig jaar later dat het de Franse etnograaf Henri Lhote opviel dat de vertrouwde Y-vorm verdwenen was, dat de boom op dat moment nog slechts één stam had. Hij gaf de schuld aan een 'onvoorzichtige vrachtwagenbestuurder', maar wie die onverlaat dan wel niet was, is niet geweten. Wat wel vaststond, was dat de meest eenzame boom op de aardbol onherroepelijk verminkt was.

Maar de boom liet zich niet kennen, neen. Zwaar geschonden, maar even statig als voorheen bleef hij een herkenningspunt voor karavanen, vrachtwagens en andere woestijnreizigers, die nu zelfs water konden halen uit de door de Fransen ontdekte ondergrondse bron.

Tot het vermetele jaar 1973, als de boom op een tragische manier aan zijn einde komt door toedoen van een dronken Libiër. Een dronken Libiër, inderdaad, u kon het zelf niet beter verzinnen. De man slaagde er in zijn vrachtwagen door een dorre en lege woestijn te navigeren en toch tegen het enige obstakel in een straal van zo'n 200 kilometer te denderen. Als dat geen mogelijkheid tot wereldfaam biedt, weet ik het ook niet meer, maar de naam van de zatlap is nergens bekend. Maar goed voor hem, denk ik dan.

Op 8 november 1973 werden de restanten per vrachtwagen (de Ténéré-boom kende dit soort voertuig ondertussen al door en door) naar het Nationaal Museum van Niger in Niamey gebracht, waar de overblijfselen nog steeds te bezoeken zijn. Op de plaats waar de boom vroeger stond, heeft één of andere anonieme kunstenaar een lelijk gedrocht van gerecycleerd materiaal neergezet, ter nagedachtenis van de gesneuvelde boom. Nu is dit monument het herkenningspunt voor handelaars, en dat zal het nog lange tijd blijven, want hoe lelijk de constructie er wel niet mag uitzien, ze lijkt stevig genoeg om de aanvallen van eender welke roekeloze Fransman of dronken Libiër met succes af te slaan.
Lang leve de nagedachtenis, dus.

Geen opmerkingen: